Met ’traject’ wordt bedoeld hoe een boek redactioneel tot stand komt nadat er is besloten tot uitgave op basis van het manuscript. Ik ga hierbij uit van drie ‘rondes’ en een slotfase. Onderstaand voorbeeld gaat uit van een roman met een gemiddelde omvang van 200 tot 250 pagina’s. Geen rekening is hierbij gehouden met de elementen van de productie die ondertussen plaatsvinden, zoals aanbieding, keuze en ontwerp omslag, flaptekst, voorbereidende pr-activiteiten et cetera.
1e ronde
In de eerste ronde worden de grote lijnen onder de loep genomen: is de structuur effectief, wordt er economisch omgesprongen met karakters en verhaalelementen, zou de roman er beter van worden als er passages worden geschrapt of aangepast, ontbreken er nog elementen en moeten bepaalde verhaallijnen verder worden uitgewerkt, is de volgorde effectief, et cetera. Dit is, voor auteur en redacteur meestal de meest intensieve periode – hier worden de grote beslissingen genomen, (soms pijnlijke) knopen doorgehakt en wordt de basis gelegd voor het uiteindelijke resultaat.
In dezelfde periode kan het manuscript ter beoordeling aan (liefst onafhankelijke) derden ter lezing worden aangeboden. Hun eventuele kritiek of suggesties worden door de redacteur met de auteur doorgenomen. Als er sprake is van een duidelijk gedefinieerde doelgroep is het zinnig het manuscript te laten lezen aan een of meerdere vertegenwoordigers van die groep.
Na bespreking met de auteur, volgt een periode waarin de laatste de gelegenheid heeft passages te herschrijven of aan te scherpen en eventueel nieuwe passages toe te voegen.
Als er zich niet te veel problemen voordoen neemt dit een of twee weken in beslag.
2e ronde
Als dit alles is geschied, kan er ingezoomd worden en wordt er gewerkt op zinsniveau, registers, de alineavoering en de verwerking van herschreven en/of nieuwe passages. Doorgaans is dit vooral het werk van de redacteur, die ten slotte elk detail met de auteur zal doornemen. Dit zal ook weer zo’n twee weken in beslag nemen.
3e ronde
In de derde ronde worden, na bespreking met de auteur, de laatste wijzigingen (meest details) verwerkt en gecheckt. Dan volgt een laatste lezing om na te gaan of het werk effectief is geweest en niemand steken heeft laten vallen. In principe hoeft dit niet langer dan een week in beslag te nemen.
(Toch kan er ook in dit stadium weer besloten worden tot grotere ingrepen. Maar dan belandt men weer in de 1e ronde…)
slotfase
Nu wordt de definitieve tekst in handen gesteld van een persklaarmaker, die doorgaans de puntjes op de i zet waar het spelling en woordkeus betreft, en eventueel suggesties doet aangaande stijl, idioom en register (het rode en het blauwe potlood). Zijn deze verbeteringen besproken en ingevoerd dan kan een eerste zetproef worden gemaakt.
De zetproef wordt gelezen door een corrector, die er de allerlaatste foutjes uit haalt, afbrekingen controleert et cetera. Doorgaans lezen in deze fase auteur en redacteur nog één keer mee.
Als de laatste correcties zijn aangebracht, volgen er een of meerdere revisies, om te checken of de correcties juist zijn ingevoerd.
In het gunstigste geval neemt het hele traject zo’n zes weken in beslag. Het is met name in de eerste ronde dat er vertraging kan optreden (van onbepaalde duur), aangezien de mogelijkheid bestaat dat de auteur het complete manuscript of delen ervan herschrijft.