
Vertalingen van gedichten van John Burnside, D.H. Lawrence en Kenneth Patchen verschenen op Stanza, de blog voor vertaalde poëzie van wijlen De Contrabas.
John Burnside, zes gedichten uit A Normal Skin (1997) – vertaling 2006
John Burnside (1955) publiceerde twaalf dichtbundels, negen romans en een aantal korte verhalen. Voor zijn werk ontving hij vele prijzen. In 1999 verscheen een vertaling van zijn roman The Dumb House, A Chamber Novel (Huis der Stommen, Roman voor kleine bezetting, vertaald door Adriaan Krabbendam, Vassallucci, Amsterdam), in 2007 een vertaling van zijn roman The Devil’s Footprints (Het voetspoor van de duivel, vertaald door Jan Fastenau, Mouria, Amsterdam) en in 2010 verscheen een selectie van zijn gedichten in de Nederlandse vertaling van Kees Klok, Het bal in de inrichting (Uitgeverij Liverse, Dordrecht).
D.H. Lawrence, vier gedichten uit Pansies (1928), Nettles (1929) en More Pansies (1929) – vertaling 2007
D. H. Lawrence (1885-1930) werd bekend als romanschrijver en verwierf faam met omstreden romans als Women in Love (1920) en Lady Chatterley’s Lover (1928). Dat hij naast diverse andere romans en verhalen ook opmerkelijke essays schreef en bovendien een lijvig poëtisch oeuvre achterliet is minder bekend. Zijn dichterlijk werk is zo veelomvattend en rijk dat ik een beperkte keuze maakte uit zijn latere werk met een nog altijd actuele thematiek.
Deze gedichten zijn ontleend aan de bundels Pansies (1928), Nettles (1929) en More pansies (1929). Bron: D.H. Lawrence, Selected Poems, Penguin Books 1972. In deze editie werd het gedicht ‘Give Us Gods’ gescheiden van het daaropvolgende gedicht ‘Won’t It Be Strange’, die naar mijn mening bij elkaar horen en een één vers vormen. Zo heb ik het dan ook gepresenteerd. Aangezien het zo’n indrukwekkend gedicht is heb ik het als laatste opgenomen. Het zal wel altijd een raadsel blijven of Lucebert bekend was met dit gedicht toen hij ‘De schoonheid van een meisje’ (de analfabetische naam) schreef. Maar opmerkelijk blijft het.
Kenneth Patchen, tien gedichten uit First Will & Testament (1939), The Dark Kingdom (1942) en When We Were Here Together, (1957) – vertaling 2006
Kenneth Patchen (1911-1972) is een van de grootste en meest invloedrijke dichters van de twintigste eeuw, die ontroering, humor en woede vormgaf in onder meer jazz poetry (slam avant la lettre), picture poems en eigenzinnige vormexperimenten. Zijn impact op de Amerikaanse poëzie is vergelijkbaar met die van Lucebert op de Nederlandse, zij het dat de laatste een stevige generatie later zich deed gelden. Patchen produceerde tussen 1936 en 1972 zo’n 25 dichtbundels, drie romans en een aantal hoorspelen en toneelstukken. Ook in zijn vroege werk betoont hij zich al een vernieuwer. Hij werkte samen met onder anderen John Cage en Mingus en produceerde de tweede helft van zijn leven, waarin hij, na een noodlottige val van een operatietafel aan bed gekluisterd was met een zeer pijnlijke rugaandoening, vele picture poems, fabels en gedichten. In Nederland is hij ‘geflopt’ onder meer vanwege de erbarmelijke vertaling van John Vandenberg van zijn baanbrekende roman The Journal of Albion Moonlight (1941).
En op het vertaallab van ooteoote het gedicht “Wild Kingdom” (“Barbaars koninkrijk”) van Tyrone Williams.