Een van de raadsels van de Nederlandse spellingsregeling is de hardnekkig volgehouden wijze waarop ‘seks’ als ‘seks’ wordt gespeld. Speculaties over wat daarachter zit laat ik graag aan anderen over, maar enige kanttekeningen zijn hier wel op z’n plaats.
In van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal is ‘seks’ een leenwoord uit het Engels, dat haar intrede deed na 1950; in het onlangs digitaal verkrijgbare Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal uit 1864 komt ‘sekse’ al voor, met de vermelding dat Bilderdijk het als ‘sexe’ schreef; en in het Etymologisch Woordenboek van dezelfde uitgever heeft het woord ons via het Frans bereikt vanuit het Latijns sexus, en kwam het in het Middelnederlands al voor.
Vergelijken we de etymologische geschiedenis van woorden als ‘ex’, ‘fax’, ‘codex’, ‘complex’ en ‘context’, dan zien we dat ook deze woorden (meestal via het Frans) terug te voeren zijn op het Latijn, een taal waarin de letter ‘k’ niet voorkwam en de combinatie ‘cs’ of ‘ct’ al snel een ‘x’ opleverde. Zo stamt ons woord ‘fax’ van ‘facsimile’, en is ook ‘complex’ terug te voeren via het Frans tot het Latijn (complexus) en hanteerde Linnaeus al ‘sexuaal’ en ‘sexueel’ voor zijn stelsel van geslachtsverdeling bij planten. Blijft het vreemde feit dat in de officiële spelling ‘sex’ nog altijd als ‘seks’ zou moeten worden gespeld. En dat dat nog altijd iets ongemakkelijks heeft zien we aan het feit dat ook de redacteuren van allerlei populaire tijdschriften het hier ook niet eens zijn. (Nieuwe Revu heeft ooit een vlammend peidooi gepubliceerd voor de spelling met een ‘x’, alleen al omdat ‘sex’ met ‘ks’ niet sexy [wél een echt leenwoord uit het Engels!] genoeg zou zijn…). Ik houd het erop dat Van Dale c.s. het in dezen bij het verkeerde end hebben. De letter ‘x’ is in eerste instantie in onze spelling terechtgekomen om recht te doen aan woorden aan het Latijn ontleend. Dus moet ook ‘sex’ met een ‘x’ gespeld. Want, zoals Dick Hillenius ooit meldde: ‘sex zonder kruisje is niks’.
Enkele bronnen:
I.M. Calisch en N.S. Calisch, Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, 1e editie, 1864
prof. drs. Ton den Boon & prof. dr. Dirk Geeraerts, van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, Van Dale Lexicografie bv, Utrecht / Antwerpen 1992
P.A.F. van Veen i.s.m. drs. Nicoline van der Sijs, Etymologisch Woordenboek, De herkomst van onze woorden, Van Dale Lexicografie bv, Utrecht / Antwerpen 1998
Met dank aan Arie van den Berg, voor de uitspraak van Dick Hillenius