Over transcriptie (of transliteratie) bestaan vele misverstanden. Fonetische transcriptie betekent iets anders in de Angelsaksische taalgebieden dan in het Nederlandse – het Nederlands bedient zich nu eenmaal van een ander stelsel. In het algemeen gaat het om termen, namen en uitdrukkingen die in talen gesteld zijn die zich niet bedienen van het Latijnse alfabet, zoals het Arabisch, Chinees, Hebreeuws en Jiddisch. Bij overzetting naar een van de Westerse talen is het doel de lezende bevolkingsgroep te bedienen van een transcriptie die voldoet aan de fonetische eisen die die groep stelt. Het gaat hierbij vooral om de transcriptie van semitische talen, en uiteraard in het bijzonder het Arabisch. (Het Chinees, met zijn Pinyin-transcriptie, is een verhaal apart.) Doordat de media voor een groot deel worden geregeerd door Angelsaksische landen wordt er meer en meer gekozen voor een Amerikaanse transcriptie, die echter niet voldoet aan de eisen van de Nederlandse lezer.
Gedurende de afgelopen jaren werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met transcriptieproblemen, niet alleen in vertalingen uit onder andere het Russisch, Hebreeuws en Jiddisch, maar ook binnen de Nederlandse literatuur, waar het schrijvers betrof die zich regelmatig bedienden van termen, woorden en namen uit het Arabisch, Berbers en Sranang. Altijd weer stond de vraag centraal: hoe klinkt het? Alleen op basis daarvan kan immers een betrouwbaar fonetische transcriptie tot stand komen, die ook voor niet-ingewijden begrijpelijk is.
Een extra moeilijkheid doet zich voor bij eigennamen van ‘nieuwe Nederlanders’ wier paspoort of geboorteakte vaak in het Frans (in het geval van Marokkaanse Nederlanders) is gesteld. Spellingvormen als Khalid (Chalied) en Mustafa (Moestafa) worden zo gemeengoed. Ik ben ook nog nooit iemand tegengekomen die de naam van Najoua Bijjir in één keer goed wist uit te spreken (Nazjoea Bidzjier). Daar is niets aan te doen. Net als het feit dat een schrijver als Meir Shalev al internationale bekendheid genoot voor hij in Nederland werd uitgegeven, en het daardoor lastig werd zijn naam correct te spellen (afgezien van de voornaam): Sjalev.
Met vertaler Hebreeuws Ruben Verhasselt en vertaler Jiddisch Willy Brill heb ik heel wat tijd besteed aan het zo veel mogelijk vervolmaken van een op Nederlandse leest geschoeide transcriptie. Geen Amerikaans, Engels of Frans, maar Nederlands. Een vertaler is tenslotte een vertaler, en vertalen is vertalen.
In kwaliteitskranten worden allerlei transcriptievarianten gehanteerd (zo zijn er meer dan vijfentwintig verschillende manieren gesignaleerd waarop ‘Al-Kaida’ wordt gespeld), waarbij NRC Handelsblad de kroon spant, met een nagenoeg volkomen Amerikaanse spellingswijze. De Grote Bosatlas volgt grotendeels een dergelijke spelling, maar geeft dat in een aparte rubriek wel toe: zij is genoodzaakt een rubriek ‘Uitspraakregels’ toe te voegen en legt daarmee de vinger op de wonde. Waarom dan niet meteen goed gespeld? Feitelijk zou NRC ook een dergelijke rubriek moeten toevoegen. In het algemeen doet Trouw het een stuk beter – o nee, Trouw is inmiddels ook overgestapt op de Engelse ziekte.
Wat betreft de transcriptie van Arabische termen en namen: in het algemeen hanteren Engelstalige redacteuren uiteraard een Engels ‘klinkende’ transcriptie; hetzelfde zou moeten gebeuren in het Nederlands. Ervan uitgaande dat de Engelsen en Amerikanen het goed doen (en de uitspraakregels van de Bosatlas hout snijden) valt er een simpel rijtje te destilleren:
Aan de linkerkant Amerikaans of Brits Engels, aan de rechterkant Nederlands:
j = dj
u = oe
sh = sj
kh = ch
ee = ie
En bijvoorbeeld uit het Frans:
ou = oe
Dit helpt een hoop misverstanden uit de weg.
Hier nog een lijstje met eigennamen:
Abdul – Abdoel
Al Jazeera – Al Djaziera
Al Rusafa – Al Roesafa
Amir – Amier
Ashoura – Asjoera
Hamudi – Hamoedi
Hussein – Hoessein
Jabbar – Djabbar
Jafar – Djafar
Jalawala – Djalawala
Kamil – Kamiel
Kutaiba – Koetaiba
Mukhabarat – Moechabarat
Netanyahu – Netanjahoe
Nabeel – Nabiel
Rashid – Rasjied
Sayyed Sajjed
Yasin – Jasin
Zaynab – Zajnab
Een goede transcriptie zorgt ervoor dat de tekst ook door niet-NRC-lezers goed te volgen zal zijn en de auditieve mogelijkheden van een fonetische transcriptie worden vergroot en vergemakkelijkt (en daarmee de empathie van de leeservaring).